In het verleden diende de Korpsverzameling van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene voornamelijk voor de eigen traditiebeleving. Bezoekers waren hooguit Oud-strijders of deelnemers aan bijvoorbeeld een reünie of activiteit. Jonge (dienstplichtige) Fuseliers leerden op deze wijze over de geschiedenis en de tradities van het Regiment. Ze kregen uitleg en de objecten uit de Korpsverzameling dienden om dit te illustreren. Dit wordt tot op heden voortgezet met een zgn. “rode patten test”?, waarbij door nieuw geplaatste Fuseliers antwoorden moeten worden gezocht op vragen over de geschiedenis van het Regiment en haar tradities.
Expositie
De Regimentsverzameling is ondergebracht in twee gebouwen. Het eerste gebouw (28) staat vrijwel geheel in het teken van de Tweede Wereldoorlog en de periode die de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene meemaakte. De tijdlijn begint uiteraard in 1940 met de terugtrekkende Nederlandse militairen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Via Frankrijk kwamen de mannen in Engeland terecht in tentenkampen aan de kust. Deze legering in Engeland betekende een “verengelsing” van het Nederlandse leger, op ieder gebied. Dit is goed terug te zien in de uniformen en emblemen. In het museum staan uniformen uit verschillende jaren naast elkaar. Hierdoor kun je de veranderingen goed zien.
Het andere gebouw (8) bevat de geschiedenis vanaf 1948 tot het recente verleden. Er is veel informatie te vinden over het ceremoniële tenue (CT), wat stiekem toch de grote trots is van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene. Op de Regimentsjaardag 2018 gaf Generaal-majoor der Fuseliers b.d. (Hans) van der Louw zijn volledige CT in bruikleen, ter aanvulling van de collectie. Hij droeg dit tenue als Chef van het Militaire Huis van Zijne Majesteit de Koning.
Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene
Rode draad is de “lappendeken van persoonlijke verhalen” van de mannen van de Prinses Irene Brigade. Zoveel mogelijk worden allerlei voorwerpen en documenten gecombineerd met de personen aan wie ze ooit toebehoorden. Zo wordt een beeld gegeven van die tijd en van de tradities die daaruit ontstonden. De collectie is dus grotendeels samengesteld uit attributen van veteranen. Zij, of hun nabestaanden, hebben deze spullen geschonken. Dit maakt de presentatie tot een samenkomst van veel persoonlijke verhalen, vertelt aan de hand van bewaard gebleven materiaal. De verhalen van tientallen mannen, die verspreid over tientallen jaren leefden, komen hier samen.
Voeruigen en ander materieel
Er is meer te zien dan alleen foto’s, uniformen en wapens. Er staan ook enkele voertuigen opgesteld. De Universal (Bren) Carrier is hier een voorbeeld van. Dit was het eerste pantserrupsvoertuig waar de Brigade over beschikte. Voor die tijd een vooruitstrevend voertuig, nu kun je je niet meer voorstellen dat je daarmee zou kunnen werken. De Carrier haalde een maximum snelheid van 45 km/u op de weg. In het veld was dit 30 km/u.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog beschikten voertuigen nog maar over een relatief dun pantser. Het antitank geweer ‘Boys Anti Tank Rifle’ was in staat door dit pantser heen te schieten. Dit wapen is, net als veel andere wapens, in originele staat te bezichtigen.
Voor de oplettende kijker is ook de oorsprong van de WOL (Warme maaltijd, Ontbijt en Lunch)-pakketten te achterhalen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam men er achter hoe belangrijk goede voeding is en werden er pakketten samengesteld die de dagelijkse caloriebehoefte bevatten. Dit soort pakketten wordt nog steeds gebruikt als militairen in het veld bivakkeren.
Verwerving nieuwe objecten
Op 17 januari 2007 werd bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam een aquarel geveild van de bekende Haagse schilder Willy Sluyter. Het onderwerp van het schilderij was de intocht van de Prinses Irene Brigade in Den Haag in mei 1945. De geschatte opbrengst vooraf bedroeg ? 5.000 tot ? 7.000. Het lukte om via een subsidieregeling van de Brabantse Museum Stichting en het Anjer Cultuur Fonds ruim ? 8.000 op tafel te krijgen. Met dit bedrag vertrokken conservator Hans Sonnemans en voorzitter van de stichting, Brigade-generaal der Fuseliers b.d. Guus van Leeuwen naar Amsterdam voor de veiling. Helaas werd er binnen een minuut ? 10.000 geboden en ging het schilderij aan hun neus voorbij. Teleurgesteld keerden de conservator en de voorzitter naar huis.
Gelukkig zijn er ook succesvolle aankoopprojecten voor de Regimentsverzameling geweest. In 2010 werd er een Fordson WOT2 aangekocht. Een Britse vrachtwagen met een laadvermogen van 750kg en een gewicht van 2050kg. Het betrof een open laadbak en gesloten cabine. De War Office Trucks (WOT), werden geproduceerd tussen 1939 en 1945 in de Ford fabriek nabij Londen. De Prinses Irene Brigade beschikte over vele tientallen van deze kleine vrachtwagens, speciaal voor infanterie gebruik. Met financiële steun van de Brabantse Museum Stichting en het Anjer Cultuur Fonds kon Stichting Brigade en Garde Prinses Irene dit bijzondere voertuig aankopen uit een particuliere verzameling.